Nierproblemen bij de kat
Wat houdt nierfalen bij de kat in?
Nierproblemen, ook wel nierfalen genoemd, komen helaas zeer vaak bij de kat voor. Met name bij oudere katten zien we zeer vaak (chronische) nierproblemen. Als uw kat nierfalen heeft, betekent het dat de nieren hun werk niet meer goed kunnen doen. De nieren zijn vitale organen, en daarom van groot belang voor het goed functioneren van uw kat. Bij nierfalen zwellen de nieren op en zijn pijnlijk.
Wat doen de nieren?
De nieren spelen een zeer belangrijke rol in het lichaam. Ten eerste filtreren ze het bloed, waardoor giftige afvalstoffen via de urine het lichaam verlaten en belangrijke stoffen (o.a. zouten) in de juiste hoeveelheid in het bloed aanwezig zijn. Daarnaast reguleren ze de vochtbalans in het lichaam. Ze geven aan hoeveel een kat moet drinken en plassen.
Gelukkig hebben nieren een grote reservecapaciteit. Pas wanneer 70% van de nierfunctie verloren is gegaan, functioneren de nieren niet meer goed en zullen we verhoogde nierwaarden vinden in het bloed. Een gezonde kat zou één nier kunnen missen zonder ziek te worden.
Wat zijn de oorzaken van nierproblemen?
Er zijn twee soorten nierfalen: chronisch en accuut nierfalen.
Chronisch nierfalen wil zeggen dat de nieren al langere tijd slecht werken (langer dan 2-3 maanden). Vaak heeft een chronische ontsteking in de nieren geleid tot vorming van littekenweefsel. Dit littekenweefsel trekt samen en zorgt ervoor dat de nieren kleiner worden. Dit noemen we ook wel “schrompelnieren”.
Bij acuut nierfalen is, in een zeer korte tijd, een groot deel van de functie van de nieren verloren gegaan. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken hiervoor.
- vergiftigingen: lelies, antivriesmiddelen, zware metalen, bepaalde medicijnen
- bacteriële infecties van het nierbekken
- infecties met virussen
- kanker/tumoren (o.a. lymfoom)
- verhoogde bloeddruk
- trauma
- immuun-gemedieerde aandoeningen
- aangeboren/erfelijke aandoeningen (bv PKD (polycystic kidney disease) bij Perzen en amyloïdose bij Abessijnen)
Soms is het helaas niet mogelijk om de exacte oorzaak te achterhalen.
Wat zijn de symptomen van een nierprobleem?
De meest voorkomende symptomen die katten met nierfalen hebben zijn:
- slecht eten, misselijk zijn en braken
- veel drinken en veel plassen (vnl. bij chronisch nierfalen)
- sloom/veel slapen
- afvallen (vnl. bij chronisch nierfalen)
- slechte openstaande vacht
Katten met acuut nierfalen zijn in korte tijd ziek geworden, en waren niet zo lang geleden nog kerngezond. Vaak zien ze er ook helemaal niet ziek uit. Katten waarbij het nierfalen al langere tijd gaande is, zijn al langere tijd aan het vermageren en hebben vaak een plukkerige vacht. Het kan ook zijn dat katten met acuut nierfalen opeens niet meer plassen.
Hoe stellen we de diagnose?
De diagnose nierproblemen kan volgen uit een bloedonderzoek, urineonderzoek, echo/röntgenfoto en/of bloeddrukmeting.
Bloedonderzoek
In het bloedonderzoek kijken we naar creatinine en ureum. Als de creatinine boven de normaalwaarde komt weten we dat er al 75% van de nierfunctie verloren is gegaan. Ook de fosfaat en de zouten in het bloed zijn belangrijk. Soms zien we bij katten die al langer nierfalen hebben ook bloedarmoede. Er is sinds kort een nieuwe bloedtest op de markt, deze test kan de hoogte van SDMA in het bloed bepalen. SDMA kan al in het bloed stijgen als 25-40% van de nierfunctie verloren is gegaan. We kunnen dus veel eerder nierfalen achterhalen! De creatinine kan echter ook stijgen in het bloed als er geen sprake is van nierfalen. De SDMA stijgt alleen als er sprake is van verminderde nierfunctie.
Urineonderzoek
Aan de hand van een urineonderzoek kunnen we zien of uw kat veel drinkt en veel plast, dan is zijn urine namelijk slecht(er) geconcentreerd. Ook kijken we of er bloed en eiwitten (eiwit/creatinine ratio) in de urine zitten.
Echo/röntgenfoto
Met behulp van een echografisch onderzoek kunnen we de nieren in beeld brengen. Zo kunnen we soms een oorzaak van het nierfalen vaststellen.
Bloeddrukmeting
We zien vaak een te hoge bloeddruk bij katten met nierfalen. Deze hoge bloeddruk kan op termijn ook schade geven aan andere organen in het lichaam (ogen, hersenen).
Hoe ontstaat nierfalen?
Er zijn drie categorieën nierfalen die we onderscheiden:
- Pre-renaal nierfalen: hierbij krijgen de nieren onvoldoende bloedtoevoer; dit zien we bijvoorbeeld door uitdroging en hartfalen
- Renaal nierfalen: hierbij zijn de nieren zelf beschadigd geraakt, chronisch danwel acuut
- Post-renaal nierfalen: hierbij is de urineafvoer gestopt, bij katers meestal door blaasgruis of een steentje in de urineleider tussen de nieren en de blaas
Wat is de ernst van de schade?
Bij acuut nierfalen kunnen de nierwaarden zeer hoog zijn, echter volledig herstel kan optreden! De hoogte van de nierwaarden zegt in dit geval niks over de prognose.
Bij chronisch nierfalen geven de waarden wel een indicatie voor een prognose. Katten met chronisch nierfalen delen we tegenwoordig in in IRIS stadia. Deze IRIS stadia (1-4) zijn internationaal vastgesteld. Naast de nierwaarden spelen ook de bloeddruk en de hoeveelheid eiwit in de urine een rol bij het indelen in de verschillende stadia. Hoe lager het stadium, hoe beter de prognose.
De gemiddelde levensverwachting horende bij de verschillende IRIS stadia zijn:
- IRIS 1 – geen azotemie, normaal creatinine: geen verkochte levensduur
- IRIS 2 – milde azotemie, licht verhoogd creatinine: 3 jaar
- IRIS 3 – matige azotemie, verhoogde creatinine: 2 jaar
- IRIS 4 – ernstige azotemie, zeer hoge creatinine: 1 maand
Wat is de behandeling bij nierfalen?
Het doel van de behandeling is om ervoor te zorgen dat uw kat zo min mogelijk klachten heeft. Dit betekent dat uw kat waarschijnlijk een infuus en medicijnen tegen de misselijkheid krijgt. Daarnaast is het ook belangrijk om de oorzaak te behandelen als dit nodig is. De belangrijkste middelen zijn:
- nierdieet (Hill’s k/d, Royal Canin renal)
- vochtinfuus (in bloedvat of onder de huid; mag ook thuis gegeven worden)
- anti-misselijkheid medicatie (bijvoorbeeld cerenia)
- maagbeschermer (bijvoorbeeld ranitidine)
- eetlustopwekker (mirtazipine)
- pijnstilling bij laesies in mondslijmvlies
- ACE-remmer (vermindert eiwituitscheiding via de nieren)
- telmisartan (Semintra®) (vermindert ook eiwituitscheiding via de nieren, maar werkt ook eetlustopwekkend)
- fosfaatbinder (bv. Renalzin/Ipakitine, vangt naast fosfaat ook anti-oxidanten weg)
- kalium aanvulling (bijvoorbeeld tumil K)
- antibioticum indien er bacteriën gevonden worden in de urine
Behandelplan op basis van IRIS classificatie
Op basis van meerdere factoren (nierwaarden, eiwitverlies in de urine, fosfaatgehalte in het bloed en de bloeddruk), worden de nierpatiënten ingedeeld in verschillende stadia. Deze stadia zijn opgesteld door de IRIS, dit is een internationale organisatie die zich bezighoudt met nierproblemen bij honden en katten.
Bij vragen, neemt u gerust contact met ons op!
Kent u Lotte al?
Lotte Gunter is onze zeer ervaren paravaterinair gespecialiseerd op het gebied van nierfalen bij de kat. Maak snel kennis!