Vaccinatie bij de hond
Het vaccineren van uw hond
Regelmatig vaccineren is voor honden van alle leeftijden belangrijk. Vaccinaties zijn bedoeld om besmettelijke ziekten te voorkomen of de ziekteverschijnselen na besmetting minder ernstig te maken. Besmettelijke ziekten kunnen op verschillende manieren worden overgedragen, namelijk:
- Rechtstreeks via een besmet dier (snuffelen, likken, bijten)
- Via de lucht (hoesten, niezen)
- Via de omgeving (water, vloer, handvaten)
- Via mensen (handen, kleding)
Voor de honden die weinig tot niet in contact komen met andere honden is het dus ook raadzaam om ze te laten vaccineren.
Basis en aanvullende vaccinaties
Vaccinaties worden onderverdeeld in basis en aanvullende vaccinaties. Basis vaccinaties zijn vaccinaties die aan alle gezelschapsdieren, ongeacht woonplaats en leefomstandigheden, worden geadviseerd. De aanvullende vaccinaties worden alleen onder bepaalde omstandigheden geadviseerd.
De basisvaccinaties bij de hond zijn entingen tegen het distempervirus (oftewel hondenziekte), adenovirus (oftewel hepatitis) en parvovirus. Afhankelijk van de leefomstandigheden worden er in Nederland nog twee aanvullende entingen geadviseerd. Dit zijn entingen tegen leptospirose (oftewel de ziekte van Weil) en tegen kennelhoest (welke bordetella en parainfluenza bevat). Indien uw hond mee gaat naar het buitenland moet de hond een geldige Rabiës vaccinatie hebben. Dit vaccin is drie jaar geldig en mag worden toegediend vanaf een leeftijd van 3 maanden.
Vaccinatieschema’s
Puppy’s moeten vaker worden geënt dan volwassen dieren. Dit heeft te maken met het opbouwen van voldoende bescherming tegen deze ziektes. Pups krijgen doorgaans beschermingsstoffen (antilichamen) mee van zijn/haar moeder (onder andere via de moedermelk). De mate waarin deze jonge diertjes beschermd zijn hangt voor een groot deel af van de hoeveelheid moedermelk die gedronken is en de vaccinatiestatus van de moeder. De beschermingsstoffen die pups van hun moeder krijgen worden maternale antilichamen genoemd.
Puppy
6 weken | Parvo + Hondenziekte |
9 weken | Parvo + Ziekte van Weil + Kennelhoest |
12 weken | Parvo + Hondenziekte + Ziekte van Weil + Hepatitis |
1 jaar | Parvo + Hondenziekte + Ziekte van Weil + Hepatitis + Kennelhoest |
Volwassen hond
2 jaar | Ziekte van Weil + Kennelhoest |
3 jaar | Ziekte van Weil + Kennelhoest |
4 jaar | Parvo + Hondenziekte + Ziekte van Weil + Hepatitis + Kennelhoest |
5 jaar en ouder | Schema herhaalt zich iedere 3 jaar |
Bij zowel honden als katten zijn de puppy/kitten entingen zeer belangrijk om een goede bescherming tegen de ziektes op te bouwen. Bij beide diersoorten wordt geadviseerd om de entingen te herhalen op een leeftijd van 6-12 maanden oud. Het vervolgschema kan wel per dier verschillen, afhankelijk van het risico om de ziektes te krijgen (de infectiedruk).
Vaccinatie op maat!
Tegenwoordig wordt er gestreefd naar vaccinatie op maat. Het vaccinatiebeleid bij gezelschapsdieren is uitgebreid onder de loep genomen door de WSAVA (World small animal veterinary association). In Nederland is onder leiding van veterinair viroloog dhr. Egberink een consensus over dit onderwerp geschreven. Wij volgen de richtlijnen van dit vaccinatiebeleid bij onze praktijk. Dit houdt in dat we per dier zullen bekijken of we bovenstaand schema volgen en, zo ja, tegen welke ziektes we het dier moeten beschermen.
Titerbepaling
Tegenwoordig wordt er veel gesproken over het titeren van honden. Titeren houdt in dat de mate van bescherming (de antilichamen) wordt gemeten in het bloed van het individuele dier. Bij honden is het alleen mogelijk dit te meten voor het distemper, adeno en parvovirus. Dit zijn gelukkig wel de virussen waar wij in Nederland (en de rest van wereld) goed tegen enten! Door middel van titeren kan er na vaccinatie worden bepaald of de enting is aangeslagen en wanneer de volgende enting plaats zou moeten vinden.
Wij raden aan om uw hond op een leeftijd van 6 maanden te laten titeren, om er zeker van te zijn dat de puppy entingen zijn aangeslagen. Er bestaat de mogelijkheid om dit tijdens het puberconsult te laten doen.
Wat doet een vaccinatie?
Door vaccinatie wordt het lichaam getriggerd om lichaamseigen antilichamen (=bescherming) tegen bepaalde ziektes aan te maken. Maternale antilichamen interfereren met onze vaccinaties. Dat betekent dat als een jong dier veel maternale antilichamen heeft het lichaam zelf minder of soms zelfs geen antilichamen zal aanmaken na vaccinatie. De consequentie is dat de vaccinatie bij deze pup niet zal aanslaan. Door jonge dieren frequenter te enten, is de kans groter dat ze op een moment worden geënt dat de enting ook daadwerkelijk aan zal slaan. Dit is de reden dat een herhaal enting op een leeftijd van 6-12 maanden erg belangrijk kan zijn.
Sommige pensions, kennels en uitlaatservices stellen strenge eisen aan de vaccinatiestatus van uw dier. Controleer daarom altijd van te voren of uw dier over de juiste vaccinaties beschikt.
Maak online een afspraak
Mocht uw hond toe zijn aan zijn of haar volgende vaccinaties, dan kunt u eenvoudig een afspraak online maken.